Wat leuk, je gaat op stedentrip met je kind! Misschien heb je het al vaker gedaan, misschien ga je voor het eerst. Misschien is je kind nog jong, of is het al een puber. Inmiddels mag ik mezelf wel ervaringsdeskundige noemen op dit gebied, want ik ga graag op pad met mijn kinderen. Echter loop ik ook wel eens tegen zaken aan waarvan ik denk: hier had ik iets beter over na moeten denken! Daarom laat ik in dit artikel weten wat ik allemaal heb geleerd op mijn stedentrips met kind.
Volg het tempo van je kind
Het klinkt misschien zo logisch, maar ik verkijk me vaak op afstanden in een grote stad (joh, dat kunnen we wel lopen), de heftigheid van hoogteverschillen en trappen en het gesjouw met spullen. Ergo: we kunnen vaak minder doen dan ik voor ogen had. Voor mij is een stedentrip al vermoeiend, voor een kind helemaal. Waar ik 16.000 stappen op een dag loop, lopen die kinderbeentjes er 30.000. Pas dus je tempo aan! En kies er misschien af en toe voor om een taxi of de bus te pakken, in plaats van te lopen. Of plof wat vaker op een terrasje.
Welke stedentrips ik maakte? Ik ging met mijn kleuterdochter naar Brussel, toen ze ouder was gingen we naar Parijs, ik met mijn puberzoon naar Amsterdam en later naar Rome, en met beide kids naar Pisa.
Laat het kind activiteiten kiezen
Natuurlijk, je moet samen kiezen wat je gaat doen. Maar vergeet niet dat kinderen vaak heel andere interesses hebben dan volwassenen. Zo ben ik in Parijs bij de Hema wezen shoppen, en heb ik in Rome twee Marvel-films gezien. Ik moet mezelf dan echt beheersen om niet te roepen dat ik dat zonde van de tijd vind. Vraag je af: waarom gaan we op reis? Voor die historische gebouwen? Ook wel, maar ik realiseerde me dat ik vooral op stedentrip met kind ga om quality time te hebben en herinneringen te maken. Als dat inhoudt dat we samen een Marvelfilm kijken onder het genot van een Italiaanse afhaalpizza, dan is dat zo. Zoons leukste herinnering aan ons nachtje Amsterdam is bijvoorbeeld dat ik via roomservice bitterballen op bed had laten brengen, haha. Daar kan geen rondvaart door de grachten tegenop. Ik neem me altijd één of twee dingen voor die ik echt heel graag wil zien, de rest is bonus.
Pas op met geplande excursies
Ik weet niet hoe jullie kinderen zijn, maar de mijne zijn, als ze niet naar school hoeven, niet per se voornemens om iets te leren in groepsverband met verplichte onderdelen. Ze vinden bepaalde excursies leuk (neem het Colosseum) maar zijn de informatiestroom na een halfuurtje wel zat. Ik boek dan ook altijd de korte tours, om te voorkomen dat ze het spuugzat worden. Verder heb ik ontdekt dat twee geplande excursies op een dag teveel zijn: juist de vrijheid om te kunnen doen wat je wilt is fijn.
Ook een fout die ik maakte: zelf een excursie kiezen en dan roepen: ‘dat vind jij heus wel leuk’. Hoe goed ik mijn kinderen ook ken, als hun hoofd op dat moment niet staat naar een boottocht of wandeling, dan wordt het ‘m niet. Bij ons werkt vooraf overleggen dus heel goed. Dat is lastig, want het is vooraf niet altijd in te schatten wat leuk is. Gelukkig kun je op toeristische bestemmingen prima ad hoc excursies, tickets en uitstapjes regelen. Via internet of ter plekke. Plan dus niet teveel van tevoren!
Zorg dat je op een relaxte manier de stad kunt zien
Ik wil een stedentrip voor mezelf graag ook relaxed houden. Ik ben namelijk ook de sportiefste niet. Om snel de highlighst van de stad te kunnen zien, boek ik vaak een fietstour of neem ik de hop-on-hop-off bus. Supertoeristisch, maar het brengt je wel snel langs alle mustsee’s. De ervaring is wel dat die echte toeristentrekkers vaak helemaal niet zo boeiend zijn. Zo was ik niet echt onder de indruk van de Spaanse trappen in Rome of het Picasso Museum in Malaga. Liever loop ik door kleine straatjes en begeef ik me tussen de locals. Kom je wel voor bepaalde toeristenattracties, dan is een fietstour of bustour een mooie manier om die snel te kunnen zien én om de weg in de stad een beetje te leren kennen. Maar waar je kind ook (vooral) wat van leert en wereldwijs van wordt: rondlopen in de grote stad. De weg vragen als je iets niet kan vinden. Iets kopen bij een lokale winkel. Ontbijten tussen mensen die een vreemde taal spreken. Dingen proeven die je thuis niet hebt. Dat is het leuke van dit soort reisjes!
Stop er op tijd iets te eten in
Je loopt altijd te sjouwen op zo’n stedentrip. Tegenwoordig neem ik standaard een rugzak met twee flesjes water, paracetamol, iets te eten, een notitieblok en pen (om ergens galgje te kunnen doen als je wacht) en zonnebrand mee. Eigenlijk dezelfde uitrusting als voor pretparken. Mijn ervaring met kinderen is ook dat je er op tijd iets te eten in moet stoppen, anders worden ze humeurig. Ga dus net iets vaker op een terrasje zitten of loop een supermarktje binnen om iets te kopen.
Tot slot: geniet ervan! Blijf bedenken dat het gaat om herinneringen maken, niet per se om een afvinklijst om bepaalde dingen gezien te hebben of om foto’s op insta te kunnen plaatsen. Dit soort reisjes met je kind zijn kostbaar en hier kijk je beiden een leven lang op terug. Veel plezier!